Christine de Bosch Kemper
Jonkvrouwe Christine de Bosch Kemper werd in 1840 in Amsterdam geboren als dochter van de lutherse hoogleraar rechtswetenschap en Tweede Kamerlid Jeronimo de Bosch Kemper, en de doopsgezinde Maria Aletta Hulshoff. Haar moeder stierf toen zij vier jaar oud was en liet haar een ruime erfenis na. Haar vader zette zich in voor de ontwikkeling van ‘het volk’ en besteedde aandacht aan armoedebestrijding. Haar oudere zus Jeltje de Bosch-Kemper zou een voorvechtster van vrouwenrechten worden en was de (mede) oprichter van onder andere de Algemeene Nederlandsche Vrouwen Vereeniging Tesselschade, de Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging, de Amsterdamsche Huishoudschool en het Comité ter Verbetering van den Maatschappelijken en den Rechtstoestand der Vrouw in Nederland.
Christine ontving onderwijs aan huis van een gouvernante en regelde later zelf dat zij in Zwitserland een opleiding kon volgen, tegen de mores van de tijd in. Als vrouw van goede komaf en niet onbemiddeld, werd Christine al helemaal niet geacht te werken. Zij had zelf echter veel behoefte aan een bezigheid die haar voldoening zou schenken en een doel zou geven. Daarom besloot ze in 1867, 27 jaar oud, dat ze meisjes zou onderwijzen opdat die zelfstandig in hun levensonderhoud zouden kunnen voorzien. Sommigen in haar omgeving deden het af als een romantisch idee dat vast niet lang stand zou houden; anderen prezen haar juist: ‘Ik bewonder u, dat gij den moed hebt met uw plannen voor den dag te komen; ik geloof niet, dat ik dat zou durven doen’.
Ze gaf zelf alle vakken, in haar ouderlijk huis te Amsterdam. In 1880, een aantal jaar na het overlijden van haar vader, verhuisde ze naar een ruim huis aan de Snoeckaertlaan te Amersfoort. Daar liet zij dertig jaar lang steeds vijf meisjes bij haar inwonen die zij aldaar onderwees. Tot haar zestigste gaf ze zelf alle vakken. Daarna nam ze een onderwijzeres in huis voor de lessen, al bleef ze zelf de vreemde talen onderwijzen. Uit de erfenis van haar moeder richtte Christine een steunfonds op voor vrouwenonderwijs. Ook steunde zij ruimhartig andere maatschappelijke instellingen.
Langzamerhand raakte het thuisonderwijs uit de tijd. Op 66-jarige leeftijd huisvestte Christine de Bosch-Kemper nog altijd vijf meisjes, die nu hun onderwijs genoten op een school in Amersfoort. Ze overleed op 12 mei 1924 op 83-jarige leeftijd. De door haar opgerichte Christine Stichting was haar enige erfgenaam. Met zorg had zij voor haar overlijden de statuten opgesteld van deze stichting die tot doel had het lot te verbeteren van ongehuwde vrouwen of weduwen met of zonder kinderen.
Ter nagedachtenis aan Christine de Bosch-Kemper, werd in 1925 in Amersfoort een gedenkbank opgericht. Het initiatief voor de bank kwam van enkele Amersfoorters, die de overige inwoners van de stad opriepen hieraan bij te dragen door het invullen en retourneren van een postwissel uit de krant.
De gedenkbank voor Christine de Bosch-Kemper op de hoek van de Utrechtseweg en de Prins Frederiklaan te Amersfoort.